Deze grepentabel voor de blokfluit is geschikt voor zowel de sopraan- en de altblokfluit als voor de tenor- en de basblokfluit. Je vindt een overzicht van de vingergrepen voor het spelen van een bepaalde noot in het laagste octaaf van die fluit. Misschien speel je een modern model blokfluit, of een model uit de middeleeuwen, renaissance of barok. Je model fluit kan consequenties hebben voor de greep die voor een bepaalde noot het beste klinkt.
Heeft jouw fluit een enkele boring? Dat is het geval als de toongaten voor de rechter middelvinger en de rechter pink niet uit twee afzonderlijke gaatjes bestaan.

Of heb je een fluit een dubbele boring? Bijvoorbeeld de Engelse (dubbele) boring die ook wel de barokboring wordt genoemd of de Duitse dubbele boring.
Welk model en type blokfluit je ook hebt, in al deze gevallen vind je wel een greep die op jouw muziekinstrument goed klinkt. In dit overzicht met vingergrepen leer je ook een aantal verschillen en overeenkomsten tussen de hoger en de lager gestemde fluiten kennen: de garklein, sopranino, sopraan, alt, bas en grootbas kennen.

De ene blokfluit is de andere niet


Ben je op zoek naar een uitgebreide grepentabel voor je blokfluit? Bijvoorbeeld omdat de meegeleverde standaardgrepentabel jou niet voor alle noten een goed klinkend resultaat oplevert? Om echt zuiver op een blokfluit te spelen, moet je soms van hulpgrepen gebruik maken.
Welke greep op jouw blokfluit het beste klinkt, hangt deels af van het model blokfluit en deels ook van het gebruikte hout. Ieder exemplaar van een houten blokfluit klinkt anders dan een ander exemplaar van hetzelfde type en dezelfde houtsoort. De klankeigenschappen van hout variëren per boom en, sterker nog zelfs per tak van een en dezelfde boom.
Het gemak van hulpgrepen voor de blokfluit
Voor het spelen van bepaalde intervallen of trillers kies je om praktische redenen soms voor alternatieve blokfluitgrepen. Ook voor het spelen van snelle loopjes of snelle muziekstukken maak je in een aantal gevallen gebruik van hulpgrepen.
Het gebruik van een stemapparaat
Eventueel kun je een chromatisch stemapparaat gebruiken om de vingergrepen te vinden die op jouw blokfluit het beste klinken. Meer informatie over het gebruik van een stemapparaat als hulpmiddel bij het intoneren lees je in het artikel over het leren spelen van zuivere tonen op de blokfluit.
Onderstaande, overzichtelijke blokfluitgrepentabel voor het laagste octaaf op een blokfluit is in beginsel bedoeld voor alle soorten en modellen blokfluiten. Van de bekende sopraan- alt- en tenorblokfluit, tot de veel minder bekende garklein, de sopranino en de grootbas. Zie voor meer informatie over al deze blokfluiten:
In die twee paragrafen komen naast de in de titel genoemde blokfluiten ook de garklein, de sopranino en de grootbas in relatie tot die blokfluiten aan de orde.
Grepentabel voor het eerste octaaf van de blokfluit
Sopraanblokfluit Tenorblokfluit |
Greep | Altblokfluit Basblokfluit |
C
Fa |
![]() |
Eïs F |
C# / Cis Db / Des |
|
F# / Fis Gb / Ges |
D So / Sol |
|
G |
D# / Dis Eb / Es |
|
G# / Gis Ab / As |
E La Fb / Fes |
|
A |
Eïs F Ti |
![]() ![]() ![]() De middelste greep is bedoeld voor blokfluiten met dubbele boring. De rechtergreep is geschikt voor tremolospel in combinatie met de lage D op een sopraan- of tenorblokfluit of een lage G op een alt- of basbloklfuit. |
A# / Aïs Bb / Bes |
F# / Fis (lage) Ti Gb / Ges |
![]() ![]() |
B
Cb / Ces |
G Do |
![]() greep ![]() De rechtergreep klinkt doorgaans aan de lage kant, maar is soms geschikt voor (snel) tremolospel. |
C |
G# / Gis Ab / As |
![]() ![]() ![]() |
C# / Cis Db / Des |
A Re |
|
D |
A# / Aïs Bb / Bes |
![]() ![]() ![]() |
D# / Dis Eb / Es |
B Mi Cb / Ces |
|
E |
C Fa |
![]() greep |
F |
Ga voor de grepen hogere noten op je blokfluit naar de naar een grepentabel voor het tweede octaaf.
Eerste octaaf sopraanblokfluit of tenorblokfluit
Bovenaan elke noot in onderstaande afbeelding zie je hoe deze noot heet: C, D, E, F, G, A of B. Deze aanduiding komt overeen met die in de linkerkolom van de bovenstaande tabel onder het kopje sopraanblokfluit of tenorblokfluit.

De laagste noot van een sopraanblokfluit of een tenorblokfluit is een C. Daarom spreken we wel van een C-blokfluit. Die C heeft dus niets te maken met de toonsoort C: je kunt elk type blokfluit in alle toonsoorten spelen.
De noten voor de tenorblokfluit lijken als twee druppels water op die voor de sopraanblokfluit. Maar bij de sopraanblokfluit zie je een acht boven de G-sleutel staan. Hiermee wordt aangegeven dat de muziek bedoeld is voor een octaverend instrument. Op de sopraanblokfluit klinkt elke noot namelijk een heel octaaf hoger dan genoteerd. De noten voor de tenorblokfluit klinken precies zo hoog als ze worden genoteerd.
Er zijn nog twee bijzondere blokfluiten waarvan de laagste toon een C is. Dat zijn de grootbas en de garklein. De grootbasblokfluit klinkt precies twee octaven lager dan een sopraanblokfluit en een octaaf lager dan een tenorblokfluit. De grootbas en de garklein kom je soms tegen in blokfluitensembles.
De noten voor een garklein (een piepkleine blokfluit, in de wandeling ook wel kleine sopraninoblokfluit genoemd) klinken precies een octaaf hoger dan die voor de sopraanblokfluit en twee octaven hoger dan die voor de tenorblokfluit en drie octaven hoger dan die voor de grootbasblokfluit.
Eerste octaaf altblokfluit en basblokfluit
De laagste noot van de altblokfluit is een F. Daarom spreken we wel van een F-blokfluit. Ook deze blokfluit kun je in alle denkbare toonsoorten spelen. De laagste toon F, is de F die zich direct onder de centrale C bevindt. De altblokfluit staat dus een kwint lager gestemd dan de sopraanblokfluit.

De basblokfluit klinkt een octaaf lager dan de altblokfluit. Doorgaans staat muziek voor de basblokfluit in de F-sleutel genoteerd.
Soms vind je bladmuziek die genoteerd staat in G-sleutel met een acht onderaan die sleutel. Die acht onderaan betekent dat de noot een octaaf lager klinkt dan genoteerd staat. Het voordeel van die schrijfwijze is dat je als basblokfluitist niet speciaal de F-sleutel hoeft te leren lezen.

Voor wie wel die (kleine) moeite wil nemen om bassleutel te leren lezen: bedenk dat bij muziek die in de F-sleutel staat genoteerd de noten zich qua positie een kleine terts lager op de notenbalk bevinden dan bij het spelen van een stuk in de G-sleutel het geval zou zijn. Zo staat de F van de F-sleutel op de positie van de D van de G-sleutel. Bij het spelen denk je dus in het begin elke toon van de F-sleutel een kleine terts hoger.
Een weinig voorkomende F-blokfluit is de sopraninoblokfluit . Deze fluit klinkt, evenals de sopraan, een octaaf hoger dan genoteerd staat. Deze fluit vind je vooral in blokfluitensembles.
Dossier blokfluit
Dit artikel maakt deel uit van het dossier blokfluit. Via dit dossier vind je een overzicht van alle artikelen die op deze onderwerpen betrekking hebben.
Een eerdere versie van dit artikel werd op 15 mei 2012 door de auteur, Manon Troppo, gepubliceerd op Infonu.nl onder de titel: Grepentabel voor de blokfluit: het laagste octaaf.
Bronnen
- Voor bovenstaande grepentabel is onder meer gebruik gemaakt van diverse grepentabellen bij Adler-, Aura en Mollenhauer-blokfluiten, evenals van diverse grepentabellen op het internet, in het bijzonder, de Woodwind Fingering Guide: Recorder Fingering Charts op http://www.wfg.woodwind.org/recorder/index.html
- Voor het maken van de grepentabel is gebruik gemaakt van de sjablonen op de site van Bret Pimentel op: http://bretpimentel.com/